Cu Chi tunnels &Ho Chi Minh-stad

2 maart 2019 - Ho Chi Minh-stad, Vietnam

We stonden deze ochtend al om kwart voor 6 naast ons bed en om 7 uur vertrokken we naar de Cu Chitunnels bij het dorp Cu Chi. Deze ruim 200 km lange, eeuwenoude tunnels met meerdere verdiepingen werden in de oorlog gebruikt als schuilplaats, als uitvalsbasis voor verrassingsaanvallen en voor munitieopslag. Het tunnelcomplex lag aan het einde van de Ho Chi Min route. Net als in Vinh Moc waren er speciale ruimtes, zoals keukens, hospitaal, werkplaatsen en gemeenschapsruimtes. Deze tunnels waren maar ca 1 meter hoog en daardoor bijna onbegaanbaar voor Amerikanen. We kregen een rondleiding over het terrein en zagen naast alle eerder genoemde ruimtes o.a. de verborgen ingangen en de verschillende soorten boobytraps die de Vietcong gebruikte.

Om kwart over 10 reden we naar het ouderlijk huis van Kim Phuc in Trang Bang. Zij is het meisje van de beroemdste foto uit de Vietnam oorlog. Deze foto riep in de hele wereld zoveel protesten op dat het min of meer de aanleiding was voor Amerika om de troepen in 1973 terug te trekken. Het meisje rende met andere kinderen en volwassenen weg uit de naast hun huis gelegen tempel, omdat ze gewaarschuwd werden dat de Amerikanen de tempel zouden bombarderen. Net toen ze naar buiten renden, vielen vier napalm bommen die alles in een vuurzee veranderden. We kregen een weer zeer indrukwekkende documentaire te zien met live film- en fotobeelden van het bombardement in 1972. Tevens werd aan de hand van beelden en interviews met Kim zelf, de fotografen en filmers ook de gehele verdere geschiedenis verteld van Kim, die vanaf de jaren 90 in Canada woont. Na afloop kregen we een kom noodlesoep, die Kims moeder daar vroeger ook verkocht. 

Het was toch een apart gevoel dat wij daarna over dezelfde weg waarover Kim in 1972 wegrende naar de ernaast gelegen tempel van Cao Dai liepen. Deze tempel is het centrum van de Cao Dai religie. Dat is een Vietnamese religie die in 1926 ontstond nadat  een Vietnamese ambtenaar een visioen kreeg van het alziend oog (Het symbool van Cao Daïsme). Het is een combinatie van drie Aziatische geloven: taoïsme, confucianisme en boeddhisme. De kleuren blauw, rood en geel zijn overheersend en worden gedragen door de priesters. De volgelingen kleden zich in het wit. We bezochten om 12 uur een ceremonie in de tempel, die zowel van binnen als van buiten heel kleurrijk was.

Terug in Saigon maakten we korte stop bij de Chua Vinh Nghièm pagode, waar het hart bewaard wordt van de monnik Thich Quang Duc, die zich in juni 1963 in brand stak. Volgens de overlevering is zijn hart toen niet verbrand en daarom wordt het in deze pagode bewaard.

Als afsluiting van het vaste programma brachten we een bezoek aan een lakfabriek, waar gehandicapten via een zeer arbeidsintensief proces prachtige gelakte schilderijtjes maakten. Als souvenir hebben er eentje gekocht.

Om kwart over 3 waren we weer bij ons hotel. We hebben de rugzakken in onze kamer gezet en zijn daarna de stad ingegaan. We kuierden naar de centrale markthal en hebben daar wat rondgezworven. Nadien hebben we een cocktail gedronken.

Na een opfrisbeurt in het hotel zijn wel met een aantal reisgenoten gaan eten. Het eten was prima en de prijs ook. In vergelijking met de rest van de reis was het zeker drie keer zo duur, maar voor Nederlandse begrippen was het toch nog aan de goedkope kant.

Foto’s